Toen de eurosceptische PVV enkele maanden geleden aankondigde het eurosceptische bureau Lombard Street Research te hebben ingehuurd voor een analyse over de merites van de euro, was één ding niet moeilijk te voorspellen: de uitkomst van het onderzoek.
En inderdaad, zo bleek maandag bij de presentatie van de analyse van Lombard Street: de euro heeft Nederland veel gekost en Nederland is op termijn beter af zonder euro.
Over de precieze getallen uit de analyse kun je lang soebatten: een euro-exit zou 51 miljard euro ‘kosten’, maar daarna een ‘besparing’ van 75 miljard opleveren. Interessanter is om te kijken naar de hoofdlijnen van de argumentatie.
Armer door euro
Lombard Street Research wijst er onder meer op dat de groei van de Nederlandse economie tussen 2001 en 2011 met gemiddeld 1,25 procent per jaar veel lager was dan de groei in de twintig jaar daarvoor (gemiddeld drie procent per jaar).
Dit zou onder meer te wijten zijn aan een excessieve nadruk in Nederland en Duitsland op loonmatiging. Die was goed voor de concurrentiekracht maar heeft de consumptieve bestedingen gedrukt.
Het rapport vergelijkt vervolgens Nederland met Zweden, Zwitserland en Denemarken - landen die de euro nooit geïntroduceerd hebben - en concludeert dat Nederland een Zwitsers model zou kunnen volgen met een eigen munt en een autonoom fiscaal beleid.
Alleen uit de euro
So far, so good. Maar dan komt het. Lombard stipt op pagina 43 van de 73 pagina's tellende studie aan dat een euro-exit samen met Duitsland "de gunstige invloed van zelfstandig beleid zou beperken, maar ook de risico's." Immers, Duitsland is de grootste exportmarkt van Nederland.
Maar daarna volgt een serieus pleidooi dat ook een euro-exit zonder Duitsland voor Nederland prima is te doen. Lombard suggereert dat het exportoverschot van Nederland buitenlands kapitaal zou aantrekken en tot zeer lage rentes zou leiden.
"A key point of principle is that the Netherlands outside the euro has the freedom to adopt the policy stance it wants." Ofwel: de Nederlandsche Bank zou een zelfstandig monetair beleid kunnen kiezen, min of meer los van de euro. Bijvoorbeeld door economie met lage rentes te stimuleren op het moment dat de overheid moet bezuinigen, zoals nu de facto ook in de eurozone gebeurt.
Koppeling gulden en D-Mark
Wat Lombard Street volstrekt negeert, is dat Nederland in de jaren 1970 al afscheid heeft genomen van een zelfstandig rentebeleid via de koppeling van de gulden aan de D-Mark.
Afgezien van een eenmalig experiment in 1983, waarbij Nederland even afweek met een devaluatie die zeer ongelukkig uitpakte, is de koppeling aan de D-Mark, en daarmee een rentebeleid dat Duitsland exact volgde, strak vol gehouden. De consensus onder economen is dat dit beleid economisch zeer succesvol is geweest.
Foute vergelijking
In het rapport van Lombard Street worden echter consequent grafiekjes getoond met twee vergelijkingsperioden: 1991-2001 en 2001-2011, dus tien jaar zonder en tien jaar met euro. Waarbij de gulden in de tien jaar zonder de euro dus vast geklonken zat aan de D-Mark. Daarbij worden de prestaties van enerzijds Nederland en Duitsland afgezet tegen die van niet-eurolanden Zweden, Denemarken en Zwitserland.
Vervolgens volgt op de constatering dat Zweden, Denemarken en Zwitserland het economisch beter hebben gedaan, de stelling dat de euro de boosdoener is.
Trek je deze redenering door naar de conclusie dat een gezamenlijke euro-exit van Nederland en Duitsland overwogen moet worden, dan zit daar nog enige logica in.
Maar Lombard Street beweert daarnaast ijskoud dat Nederland ook beter af is met een solo-exit. En dat wordt nergens onderbouwd. Immers: dan moet je ook een historische vergelijkingsperiode kiezen waarin de gulden niet gekoppeld was aan de D-Mark. Daar zegt het onderzoeksbureau dat de PVV in de arm heeft genomen niets over.
Nederland bijwagen van Duitsland
Ook de hele vergelijking met Zwitserland, Denemarken en Zweden krijgt een potsierlijk karakter, als je de verhouding van deze landen tot Duitsland negeert.
Nederland exporteerde afgelopen jaar voor 82 miljard euro naar Duitsland, ongeveer 14 procent van de bruto binnenlands product.
Uit cijfers van het Duitse statistiekbureau Destatis blijkt dat Zwitserland, Zweden en Denemarken afgelopen jaar voor respectievelijk 37 miljard euro, 14 miljard euro en 12 miljard euro naar Duitsland exporteerden.
Afgezet tegen de omvang van de economie ging het respectievelijk om negen, vijf en vier procent van het bbp voor Zwitserland, Zweden en Denemarken. Beduidend minder dus dan het belang dat Duitsland voor de Nederlandse export vertegenwoordigt.
Samen met Duitsland de euro uit - ofwel niet terug naar de gulden maar naar de D-Mark - is tot daaraan toe. Maar als de PVV met het rapport van Lombard Street in de hand serieus gaat beweren dat Nederland een solo-exit uit de euro moet overwegen, is dat vragen om een wilder experiment dan de euro zelf.